voor wie JA zegt
tegen inspirerend en uitdagend onderwijs
"De opbrengst van onze spellinglessen klopt niet
met de daaraan bestede tijd."
"Zowel leraren als leerlingen blijken spellinglessen
eigenlijk vervelend te vinden."
"In eigen teksten van leerlingen herken ik weinig van een spellingbewustzijn."
Dit soort ervaringen van teamleden op de scholen waar ik kwam waren voor mij aanleiding op zoek te gaan naar de achterliggende oorzaken. Ik heb daartoe de systematiek achter de spelling van het Nederlands nog maar eens nauwkeurig vergeleken met de gangbare spelling-didactiek. Uit die analyse bleek dat zowel de inhoud als de vorm van het gebruikelijke spellingonderwijs niet aansloten bij de kern van het leerproces voor onze spelling.
De kern van de spellingdidactiek moet zijn gericht op de vaardigheid om de klanken van woorden, die je denkt, te kunnen weergeven met letters. Dit betekent dat er een wezenlijk verschil is tussen een klank (geluid) en een letter (vorm).
Dit heeft in de eerste plaats tot gevolg dat je letters niet met een klanknaam kunt benoemen. Dit betekent vooral dat het leren spellen start bij de klanken. Het oefenen moet dus gericht zijn op het bewust kiezen van de juiste letters bij de klanken en klankpatronen, die je hoort of denkt. Dit heeft ook als consequentie dat dit oefenen mondeling in twee- of drietallen moet.
Daarnaast werd ook duidelijk, dat het perspectief van het spelling-onderwijs was verdwenen. Je leert de juiste spelling om deze toe te passen in eigen teksten, buiten de spellinglessen. Het doel is niet het goed kunnen maken van een dictee of een toets.
Dit waren voor mij belangrijke redenen om een alternatieve spelling-didactiek te ontwikkelen, die consequent hiermee rekening houdt.
Vanaf 2009 heb ik daarom op scholen, verspreid door het land, met een andere didactische aanpak praktijkonderzoek gedaan.
Zie bv. de video https://www.leraar24.nl/69295/een-goede-spellingles-begint-met-luisteren-naar-de-klank/, die hiervan wat laat zien en al dateert uit 2011...
Dit leidde tot daarop afgestemd materiaal, dat vanaf het schooljaar 2013-2014 beschikbaar kwam onder de naam Op zoek naar letters.
In de 2e versie daarvan, die in 2015 verscheen, is dat materiaal nog verder uitgebreid. Toen waren er wel nog steeds handleidingen per leerjaar, omdat veel scholen, die hiermee begonnen, dit gewend waren.
Sinds 2018 heb ik de hele didactiek beschreven in één boek, waarin ook de beschrijvingen van de op klank gebaseerde categorieën staan.
Ook heb ik toen beschreven hoe een nieuwe, vooral op de betekenis gerichte aanpak van de gramma-tica kan worden gebruikt. Hieraan is ook de didactiek van de spelling van persoonsvormen gekoppeld.
Inmiddels is in januari 2023 de update van de 3e editie verschenen... (Het is geen 3e druk, omdat elk boek pas wordt gedrukt als het is besteld. Zo hoeven er geen voorraden te worden opgeslagen, die dan bij een volgende druk vernietigd zouden moeten worden.)
Ook heb ik vanaf de publicatie van dat boek geen oefenkaarten meer laten drukken. Het oefenmateriaal heb ik toen volledig op mijn site www.hettaallab.nl gezet, zodat iedere gebruiker het daar gratis kon downloaden. Die oefenkaarten zijn daar nog steeds beschikbaar.
Zo kunnen kinderen hun oefenactiviteiten voor spelling met een digitaal bestand op een tablet of laptop, of met een geprinte versie op stevig papier, uitvoeren met een maatje, dat ook daaraan toe is.
- de leerlingen oefenen grotendeels mondeling in tweetallen;
- daardoor is er alleen dat oefenmateriaal nodig, dat gratis en digitaal
via mijn site www.hettaallab.nl beschikbaar is;
- de leerlingen leren meer over de achtergrond van onze spelling, zodat
ze beter snappen wat de samenhang is en wanneer en waarom
bepaalde letters gekozen moeten worden;
- deze manieren van oefenen leiden tot spellingbewustzijn;
- duurzame opbrengsten, die dus ook zichtbaar zijn in eigen teksten;
- doelgerichte differentiatie, zodat ieder vooruitgang kan ervaren; maar
niet allemaal met dezelfde aspecten op hetzelfde moment en/of in
hetzelfde tempo;
- zowel geschikt voor leerlingen met dyslexie als voor goede spellers
* Spelling leren begint bij de klanken en dus niet bij de letters, zoals bij
leren lezen.
* Vanaf groep 1 al een duidelijk verschil maken tussen klanken (horen)
en letters (zien en/of voelen).
* De spellingcategorieën zijn gebaseerd op de klanken en de verschil-
lende manieren waarop deze 'verletterd' worden.
* Introductie van een categorie begint met een denkvraag aan de
leerlingen die daaraan toe zijn, zodat zij vanaf het begin zelf actief
meedenken. Het 'probleem' moeten ze immers kunnen herkennen, om
de oplossing, in de vorm van een juiste letterkeuze, te kunnen onder-
bouwen.
* Oefenen gebeurt grotendeels mondeling, doordat de klanken (via
gedachte woorden) altijd het begin vormen, juist bij de toepassing.
* Dat gebeurt ook omdat het herkennen van de categorie en het bere-
deneren van de keuze van de letters, de kern van het oefenen vormen.
Het gaat immers niet om het inprenten van woorden, maar om het
kunnen onderbouwen van de letterkeuze op basis van de klanken.
* Oefenen gebeurt daarom hoofdzakelijk in tweetallen, met rolwisseling.
* Opbouw van de letterkeuze langs drie fasen, die de oefendoelen
vormen, en die elk voorwaarde zijn voor de volgende fase:
1. Een woord horen en nazeggen: waarbij het gaat om het
herkennen en gebruiken van de correcte uitspraak, maar niet
doorslaan naar een hypercorrecte uitspraak.
2. In een woord klanken resp. klankgroepen onderscheiden;
daarbij ook herkennen welke klankgroep de klemtoon heeft.
3. De (niet-klankzuivere) categorie(ën) in een woord herkennen
en op grond daarvan de juiste letters kiezen.
Deze drie fasen vormen de kern van het mondeling oefenen.
Aan het eind van fase 3 weten ze welke letters bij die klanken, klank-combinaties en/of klankgroepen nodig zijn en vooral ook waarom die letters daar dan passen. Het opschrijven voegt dan even niets toe en hoort daarom niet bij fase 3. Het gaat immers niet om het antwoordje, maar om de herkenning èn onderbouwing van de letterkeuzes, op grond van de klank(en).
4. (Gedicteerde) woorden duidelijk opschrijven of correct typen.
Hierbij gaat het meer om nauwkeurigheid (d.w.z. duidelijke en
goed te onderscheiden letters, in de juiste volgorde).
Blokletters hebben daarom eerst even de voorkeur. Het gaat
dan vooral om oefendicteetjes die kinderen voor elkaar maken.
Wie schrijft moet dan kiezen tussen twee kolommen: 'dit weet
ik zeker' en 'hierover twijfel ik'.
Na het opschrijven van die woorden, bespreken ze samen
waardoor ze die kolom hebben gekozen. Dat geeft weer inzicht
in wat ze niet meer en wat ze juist wel moeten oefenen.
5. Herkennen èn beredeneren van goed en fout geschreven
woorden in zinsverband. Het accent ligt niet op 'wat is fout?',
maar, met name tijdens de oefenfase, vooral op de vraag:
waardoor heb ik deze letters gekozen?
6. Spontaan toepassen van juiste spelling (voor zover al geoefend
met de fasen 1-3) in eigen teksten en die teksten daarna kunnen
controleren en zonodig corrigeren.
Een uitgebreidere beschrijving van deze fasen, met rollen voor leraar en leerling, vind je op hettaallab.nl .
Leerlingen houden een logboek bij, waarin zij noteren wat hun eigen aandachtspunten zijn, welke persoonlijke geheugensteuntjes zij gebruiken en welke lastige en/of door hen zelf verzamelde woorden voor hen belangrijk zijn, om daarmee verder te kunnen oefenen.
Om met de didactiek van Op zoek naar letters te kunnen werken blijkt enige professionalisering zeer wenselijk. Dat is niet omdat deze didactiek zo ingewikkeld is. De behoefte aan scholing en coaching in de klas komt vooral voort uit drie factoren:
Het blijkt dat kinderen die het oefenen eerst op die oude manier moesten doen, verbaasd zijn dat het zoveel beter kan. "Nu snap ik het!" verzuchten zulke leerlingen regelmatig.
Dit blijkt ook te gelden voor wat we kennen als de 'werkwoordspelling'. "Is het zo simpel?" vroegen veel leerlingen verbaasd, toen ze leerden hoe je de spelling van persoonsvormen kon vinden. Dat is niet alleen motiverend, maar geeft ook veel zelfvertrouwen.
Daarom staat dit allemaal uitgebreid uitgelegd in het boek Op zoek naar letters. In het boek Op speurtocht door onze grammatica staat een en ander ook nog in een wat breder kader besproken. Dat is dan een mooi vervolg voor je eigen ontwikkeling...
Op dit soort aandachtspunten is zelfstudie binnen het (bouw)team succesvol gebleken: erover lezen helpt, mits je die leeservaringen ook onderling bespreekt...
Daarnaast blijken door mij verzorgde studiebijeenkomsten en samen voorbereide klassenbezoeken met feedback op leervragen, voor veel verheldering te kunnen zorgen.
Willen jullie dit ook gaan ervaren? Neem dan contact met mij op!
Heb je al een (gratis) abonnement op mijn maandelijkse Nieuwsbrief?
Deze gaat over allerlei aspecten van taalgebruik
Nee?
Geef je dan op via het contactformulier!, dat je vindt bij 'publicaties'.
powered by
Wiske the cat
© 2023 JansonAdvies