voor wie JA zegt         

tegen inspirerend en uitdagend onderwijs 

 

Thema's als context

Kinderen komen ook naar school om nader kennis te maken met de hen al bekende wereld, maar ook met verschijnselen en gebeurtenissen die zij nog niet kennen. Dan kan het zowel gaan om dichtbij en veraf, als om nu en vroeger, natuur en cultuur, techniek en kunsten. Vaak werd dat 'wereld-oriëntatie' genoemd. Nu zou ik dat liever benoemen als thematisch onderwijs, omdat ook hierbij juist de verbanden belangrijk zijn. Het gaat dan om inhoudelijke verbanden, maar ook het verband tussen de verschillende vakgebieden. Bij taalaspecten gaat het altijd om betekenissen en manieren om die te delen. Ook bij rekenaspecten gaat het om de concrete toe-passingen en ook dan zijn onderlinge verbanden weer betekenisvol.

Om meer van de wereld te weten te komen, is het niet genoeg om de door anderen opgestelde, reproducerende vragen bij een tekst te kunnen beant-woorden.
In de eerste plaats moeten de leerlingen de kans krijgen zelf vragen te stellen, vanuit eigen of door jou als leraar opgewekte nieuwsgierigheid, n.a.v. het thema dat in die weken aan de orde is. 
Daarbij zijn actieve ervaringen met alle zintuigen belangrijk, maar ook actief handelend en onderzoekend bezig zijn. Daarbij horen ook manieren om waarnemingen, belevenissen en daarmee verbonden gevoelens zelf op allerlei manieren vorm te geven. Het helder onder woorden brengen is er daar een van.

Het bezig zijn met een thema mag je daarom niet verengen tot een oefening in begrijpend lezen: er zijn veel meer kennisbronnen dan geschreven teksten en daarmee een veel grotere variatie in passende activiteiten en gevarieerde uitdagingen. 

Daarom is het belangrijk dat je leerlingen uitdaagt tot eigen  denkprocessen 'van hogere orde' (Bloom), waardoor zij veel intensiever en actiever met de aspecten van zo'n thema leren omgaan. Dit leidt niet alleen tot opbrengsten die de leerlingen minder snel vergeten, maar vooral ook tot heel veel nieuwe verbindingen in hun brein. 

De voornaamste opbrengsten van thematisch onderwijs zijn enerzijds het verder benutten van een onderzoekende, nieuwsgierige houding, maar anderzijds ook het als functioneel en betekenisvol kunnen ervaren van al die inzichten, kennis en vaardigheden die zij bij taal en rekenen en andere vakken opdoen. 
Daar hoort ook wel het verzamelen van feiten bij, maar nooit van losse feiten. Dit vraagt een duidelijk onderscheid tussen opzoeken en onderzoeken, want beide kunnen nuttig zijn, maar het verschil daartussen is wezenlijk en beide zijn nodig.
Daarnaast zijn de executieve vaardigheden van een leerling nodig om effectief met al die verschillende aspecten van een thema aan de slag te kunnen gaan. Het gaat dan om het herkennen van verbanden en die kunnen verbeelden en verwoorden. Maar het gaat ook om goed leren observeren, een verwachting (hypothese) formuleren, hoofd- en bijzaken en meningen en feiten kunnen onderscheiden, op de juiste momenten zelf in actie komen en ook op anderen afstemmen, en daarbij steeds weer kunnen inschatten wat in die situatie passend of effectief is.  
Zulke thematische contexten zijn daardoor ook heel geschikt om die belang-rijke executieve vaardigheden verder te ontwikkelen en te leren hoe ze die bewust op de juiste momenten kunnen inzetten. 

Daarbij is thematisch onderwijs ook een prima context waarbinnen leerlingen hun taalvaardigheden kunnen versterken en uitbreiden en als nuttig ervaren.

Het is niet de bedoeling dat alle leerlingen dezelfde aspecten van zo'n thema onderzoeken en bestuderen. Juist door te mogen aansluiten bij eigen ervaringen of nieuwsgierigheid naar iets onbekends, bevorder je betrokken-heid. Bovendien ontstaat zo de noodzaak om regelmatig de ervaringen en ontdekkingen met de anderen te delen. Dit leidt dan weer tot functionele presentatie-vormen, maar ook tot grotere onderlinge betrokkenheid.

Er is keuze genoeg als je vanuit thema's werkt. Het kost geen moeite om zo aan de kerndoelen tegemoet te komen.
Natuurlijk blijft een gedeelde basis van functionele begrippen en vaardig-heden nodig om verder te komen en te kunnen samenwerken. Dit vraagt enige alertheid en initiatief van jou als leraar, zonder dat je daarmee de ruimte voor de leerlingen dichttimmert. Juist die toepassing binnen thema's maakt het betekenisvol en niet slechts iets dat moet omdat het in een boekje staat.

Willen jullie je praktijk van wereldoriëntatie eens tegen het licht houden en toetsen aan het begrip opbrengstveroorzakend of aan de visie van de school? Dan vervul ik graag die rol van kritische vriend, maar ook die van degene die jullie team kan toerusten tot een andere manier van lesgeven en organiseren.

Kijk ook eens bij Jeelo.nl, want daar is al een thematisch aanbod beschikbaar voor alle leerjaren.